AFROEIEN BASIS, 3 MAANDEN ONTWIKKELINGSPLAN |
|
|
|
Instructie Fase |
VEREISTE VAARDIGHEDEN ROEIEN |
|
1 |
1 |
Kennis van de boot, zijn onderdelen en hun functie |
1 |
2 |
Begrijpen en opvolgen van de commando’s van de stuurman |
1 |
3 |
Correct in- en uit de loods halen, in het water leggen en uithalen van de boot. |
1 |
4 |
Correct in- en uitstappen vanaf het vlot |
1 |
5 |
Afstellen voetenbord aan het vlot |
1 |
6 |
Uitzetten vanaf het vlot en veilig aanleggen bij terugkeer |
1 |
7 |
Correcte houding kennen en beheersen bij de verschillende posities in de boot tijdens het roeien |
2 |
8 |
Goed gebruik van benen, romp en armen tijdens de haal |
2 |
9 |
Manoeuvreren met de boot op commando d.m.v. klapjes halen, strijken en rondmaken |
2 |
10 |
Beheersing van het roeien met gekanteld en ongekanteld blad |
3 |
10 |
Prompt uitvoeren van een noodstop |
3 |
11 |
“Veilig Boord” en “slippen” kennen en beheersen |
3 |
12 |
Kennis van het roeiwater en de obstakels daarin |
|
|
|
Instructie Fase |
VEREISTE VAARDIGHEDEN STUREN |
|
3 |
1 |
Overzicht op, en correcte commando’s voor het zorgvuldig omgaan met de boot, in en om de loods en het vlot |
4 |
2 |
Beheersen van de correcte roeicommando’s tijdens het roeien |
4 |
3 |
Beoordelen en volgen van veiligheidsregels op het water (stuurboordwal houden, wind, zwemmers) |
4 |
4 |
Recht kunnen sturen en zonder schade halend aanleggen onder rustige omstandigheden |